Onderdanigheid
Wat is de dress code? Vroeg je mij. Black tie antwoordde ik. Om 4 over 8 ging mijn deurbel en jawel. Daar stond je, niet in pak maar in smoking. Duidelijk is de taal die de Neerlandicus spreekt. Maar hoe onduidelijk soms duidelijk kan zijn. Onderdanig pretendeerde ik te zijn. Onderdanigheid is wat hij wilt. Maar die volle overgave geef ik pas als jij dat verdiend. Want waarom, zou ik mij helemaal geven? Ik luister en ben geïntrigeerd. Je bent niet alledaags. En dan, eigenlijk onverwacht, zet je toch die stap. Want weetje, ik wachtte netjes af. In die hoedanigheid, mijn onderdanigheid. En zo begon, en zo geschiedde. Je gebiede me voorzichtig. Initieerde je; Mijn beide knieën op de grond, mijn rug gebogen. Mijn mond om jouw pik? Ik verbied je. Ik weiger. Dominant. Je ploft neer op de bank. Ik kleed me uit. En je staart. Ik speel met mezelf. Zoals jij zou spelen op toneel. En dat toneelstuk kan ik schrijven zoals ik dat wil. En ook dat stuk heeft een duidelijk eind. Hoe mooi is dat? Je dekt je in, je praat honderd uit. Ik zeg je, ik begrijp jou zo goed, misschien wel meer dan dat jij denkt. Jij bent okay. Het is okay. Je hebt compleet gelijk. Onderdanigheid wanneer ik je net ken, is niet mijn vaardigheid.